De Eerste Kamer nam op 21 maart het wetsvoorstel digitale overheid aan. Deze Wdo gaat vanaf op 1 juli in fases in. De wet maakt het mogelijk om straks via publieke én private inlogmiddelen digitaal zaken te doen met bijvoorbeeld gemeenten en zorginstanties.
De overheid is geruime tijd bezig met de digitalisering van haar dienstverlening om de toegankelijkheid hiervan voor burgers en bedrijven te vergroten. Om misbruik te voorkomen en te zorgen dat gevoelige gegevens niet in verkeerde handen vallen, is het noodzakelijk voldoende zekerheid over de identiteit van de gebruiker te hebben.
Belangrijke randvoorwaarde
Met de Wet digitale overheid wordt een belangrijke randvoorwaarde in dit kader ingevuld. Publieke dienstverleners kunnen vanaf nu de implementatie van erkende publieke en private inlogmiddelen op hun portalen vormgeven en bepalen welk betrouwbaarheidsniveau nodig is om toegang te krijgen tot hun digitale diensten. Tegelijkertijd is het voor burgers en bedrijven de verwachting dat diensten toegankelijker worden, omdat ze gebruik kunnen maken van hun favoriete inlogmiddel.
Grotere complexiteit
Er ontstaan echter ook nieuwe vraagstukken die de complexiteit juist weer vergroten, zoals het herkennen van dezelfde gebruiker met verschillende inlogmiddelen. Dit stelt Johan de Jong, Expert Digitale Overheid bij CGI Nederland. Wat als een dienstverlener een gebruiker toegang heeft verleend tot een dienstenportaal en die een dienst wil afnemen waarvoor een hogere betrouwbaarheid nodig is? En misschien nog wel complexer is de situatie wanneer je gebruik wilt maken van een gemachtigde; machtigingenregisters zijn nu vooral aan specifieke inlogmiddelen of doelen gekoppeld. Hoe houd je dit beheersbaar bij meerdere inlogmiddelen als er nog geen generiek machtigingenregister is?
Kaderwet
De Wdo is een zogeheten kaderwet. Dit regelt algemene principes, verantwoordelijkheden en procedures, maar heeft geen gedetailleerde regels. Dat moet zorgen voor flexibiliteit als er nieuwe ontwikkelingen zijn waar de overheid dringend op moet inspelen. Dat moet ook borgen dat belangrijke waarden en zekerheden voor burgers, zoals gebruikersvriendelijkheid, betrouwbaarheid, veiligheid, privacy en digitale inclusie altijd geborgd zijn.