Een overgrote meerderheid van het Europees Parlement stemde eind vorige week in met een nieuwe verordening die meer transparantie eist van politieke advertenties op social media. Er komen daardoor ook aanvullende eisen rond de tracking en targeting.
De verordening politieke reclame zorgt dat politieke partijen in de zestig dagen voor de verkiezingen alleen nog hun online advertenties mogen targetten op basis van locatie en taal. Buiten verkiezingstijd mogen politieke advertenties alleen nog maar getarget worden op basis van gegevens die de kiezer zelf opgeeft. Daarbij moet de doelgroep van de advertentie altijd ten minste 50.000 mensen beslaan.
De aangenomen parlementspositie dient als de onderhandelingsinzet voor de zogeheten “trilogen” tussen het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. De verwachting is dat die onderhandelingen snel zullen starten zodat de wet op 1 april 2024, voor de Europese verkiezingen, in zal gaan.
Polarisatie
PvdA-Europarlementariër Paul Tang, die onderhandelde over de wet, is enthousiast dat de wet het heeft gehaald: “In een goed werkende democratie moet iedereen toegang kunnen hebben tot dezelfde informatie van politieke partijen. Segmentatie met verschillende boodschappen voor verschillende groepen draagt bij aan polarisatie en verhoogt de kans op discriminatie. Deze nieuwe wet dwingt politieke partijen om het goede voorbeeld te geven. Het steeds verder gaan in het vergaren van persoonsgegevens stopt door deze wet.”
Lees ook:
- Gerichte advertenties vaak schadelijk voor bedrijven
- De 6 meest gemaakte fouten bij IT-adoptietrajecten