Hoewel organisaties begrijpen dat duurzaamheid belangrijk is voor hun toekomstige succes, blijft maar 67 procent van hen zich bewust van de gevolgen van hun datastrategieën op het milieu. Meer dan de helft (58%) ziet de IT-afdeling als cruciaal in het stimuleren van duurzaamheidsinitiatieven. Maar IT-beheerders zien het verwijderen van onnodige en ongewenste gegevens uit een data estate niet altijd als een topprioriteit. In plaats daarvan besteedt men meer aandacht aan de aanschaf en installatie van energiezuinige apparatuur. Dit stelt onderzoek van NTT.
Veel data blijven ongebruikt
Uit het onderzoek, dat wordt ondersteund door NetApp, blijkt dat bedrijven erkennen dat tot 60 procent van hun data ongebruikt blijft. Het wegnemen van deze dataverspilling en de onnodige opslag ervan heeft invloed op het energieverbruik. En op bredere duurzaamheidsdoelstellingen.
Een data estate is moeilijk terug te brengen in datacapaciteit. Een derde van de bedrijven geeft aan zich overweldigd te voelen. En bijna twee derde ziet de toenemende datahoeveelheid als een probleem waar ze mee om moeten gaan. Veel IT-professionals wachten met het verwijderen van data-afval vanwege de omvang van de taak, het risico dat er iets nuttigs wordt verwijderd en de moeite die het kost om toestemming van de organisatie te krijgen.
Moeizame samenwerking met leveranciers
Op de vraag wat hen tegenhoudt om hun duurzaamheidsagenda te bevorderen, antwoordde de helft van de respondenten dat één van hun grootste uitdagingen het moeten samenwerken is met leveranciers. Vooral als die hun visie en doelen niet delen. Een gebrek aan inzicht in de impact van verschillende technologieën op duurzaamheid verergert dit. Naast een beperkt bewustzijn van de impact die dataopslag heeft op CO2-uitstoot.