Het eerste prototype van een Nederlandse opensource-wallet is in het eerste kwartaal van dit jaar operationeel. Dat zegt althans staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Digitalisering in een Kamerbrief over diversie digitaliseringsprojecten.
De nieuwe opernsource-wallet moet zorgen dat gebruikers zelf kunnen bepalen hoe en met wie zij gegevens delen. “Deze versie zal een deel van de uiteindelijk benodigde functionaliteiten kunnen ondersteunen, zoals het online personaliseren van de id-wallet, online identificatie en authenticatie en het kunnen laden en delen van gegevens”, alsus de staatssecretaris.
De toetsing van zowel de betrouwbaarheid en veiligheid van het eerste prototype van de opensource-wallet komt nar verwachting in het tweede kwartaal van 2024. Al de resultaten van die testen goed zijn gaat in de tweede helft van het jaar een groep testgebruikers aan de slag om te kijken of het echt goed werkt en waar eventueel de kinderziektes zitten.
Het Kabinet geeft in de brief een breder inkijkje op de planning voor dit en volgend jaar. Zo gaat dit jaar de ontwikkeling van het algoritmeregister en de nieuwe Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) verder. Momenteel telt dit algoritmeregister ongeveer 54 algoritmes van in totaal 64 organisaties. Uiteindelijk moeten alle nieuwe hoog-risico AI-programma’s van de overheid in het register terecht komen. Het streven van het Kabinet is dat het register in 2025 goed operationeel zijn.
Een nieuwe BIO-richtlijn moet volgend jaar in werking. De voornaamste taak is momenteel de richtlijn in lijn brengen met de aanvullende verplichtingen van NIS2, de Europese richtlijn Network and Information Security.
Een ander belangrijk speerpunt van het Kabinet is de vergroting van digitale geletterdheid. Het beleid van het Kabinet is volgens de brief daarom gericht op digitale inclusie. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Eurostat onderzoeken in het onderzoek ‘ICT-gebruik van huishoudens en personen’ eens per twee jaar het percentage Nederlanders dat
digitale vaardigheden bezit in relatie tot andere Europese landen. Volgens de
meting van 2023 beschikt 83% van de Nederlanders van 16 tot 75 jaar over ten
minste digitale basisvaardigheden. Twee jaar geleden was dit nog 79%.
Volgens van Huffelen heeft Nederland daarmee de Europese doelstelling voor 2030 nu al ruimschoots bereikt. “In dat jaar moet 80 procent van de EU-bevolking over ten minste digitale basisvaardigheden beschikken. Dit is iets om trots op te zijn maar betekent niet dat ons beleid daarmee af is.”
Om te zorgen dat iedereen kan meedoen in de digitale wereld zet het
Kabinet zich in voor:
• een vaste plek voor digitale geletterdheid in het landelijk
curriculum voor primair en voortgezet onderwijs.
• het vergroten van digitale vaardigheden en kennis van burgers,
werkgevers en werknemers door het aanbieden van verscheidene
opleidingsmogelijkheden via programma’s als Tel mee met Taal en
Digitaal Burgerschap.
• het vergroten van de digitoegankelijkheid van websites en apps
van overheidsorganisaties door het publiceren van
toegankelijkheidsverklaringen en het bieden van transparantie met
het Dashboard DigiToegankelijkheid.
• het realiseren van toegankelijke en proactieve (digitale)
overheidsdienstverlening via initiatieven zoals de Informatiepunten
Digitale Overheid en een passend loket voor iedereen.
Het Kabinet gaat ook verder met beleid rond vergroting van mediawijsheid en digitale geletterdheid op scholen.
Lees ook:
- Virtual Reality maakt sociale participatie na beroerte mogelijk
- Congresaanbod Heliview 2024