Van veel Nederlandse studenten staan de persoons- en studiegegevens opgeslagen in datacentra van Amerikaanse techbedrijven. Volgens het kabinet zijn er maatregelen genomen om lekken te voorkomen. “Experts waarschuwen voor de risico’s van cloudopslag. De techbedrijven die erachter zitten, opereren onder de wetgeving van de VS,” staat er in een artikel op Univers.
Recent artikel
Univers is het gratis onafhankelijke medium voor studenten en medewerkers van de Tilburg University. “Zo hebben Amerikaanse opsporingsdiensten relatief gemakkelijk toegang tot de gegevens en kunnen die ook worden verkocht aan adverteerders,” vervolgt het medium in een recent artikel.
Geen sprake van grootschalige toegang
Dit is onjuist, stelt Sjaak Laan. Hij is director Consulting Expert bij CGI Nederland. “In het artikel worden social media platforms en andere gratis diensten verward met betaalde clouddiensten van Azure en AWS.” Het klopt, legt Laan uit, dat Amerikaanse bedrijven vallen onder Amerikaanse wetgeving. En dat met de Amerikaanse CLOUD-act opsporingsdiensten in specifieke gevallen (zoals mogelijk terrorisme) data van één bepaald persoon mogen opeisen. “Maar van grootschalige toegang tot gegevens, laat staan het verkopen daarvan is geen sprake.”
Overigens geldt ook voor andere landen dat er wetgeving is die opsporingsdiensten in het buitenland bepaalde bevoegdheden geven, maakt Laan duidelijk
Overheid maakte aanvullende afspraken
De Nederlandse overheid heeft met Microsoft aanvullende afspraken gemaakt over het gebruik van de diensten van Microsoft365, waarbij onder andere veel minder zogenaamde telemetriegegevens naar Microsoft worden gestuurd. Deze afspraken, gemaakt door Strategisch Leveranciers Management Rijk, worden nu ook gemaakt met andere cloudaanbieders, zoals AWS en Google.
Laan zegt hierover: “We zien dat Amerikaanse partijen zich de laatste tijd veel beter bewust worden van de verschillen in privacywetgeving en -beleving dan in de VS en dat ze zich daarop aan het aanpassen zijn. Dat is natuurlijk in hun eigen belang, maar ook van belang van de burgers in Nederland.”