9min Security

Met de arrestatie van Doerov schuift Europa een stukje op richting Rusland

Met de arrestatie van Doerov schuift Europa een stukje op richting Rusland

Met de arrestatie van Telegram-oprichter Pavel Doerov is duidelijk dat het niet alleen landen zijn als China en Rusland die sociale media en alles wat daarop gebeurt aan banden willen leggen. Westerse democratieën blijken ook graag grip op dergelijke kanalen te houden en schuwen stevige wetgeving niet. Maar wanneer de eigenaars van deze platforms arrestatie moeten vrezen omwille van de content die anderen erop plaatsen, is een grens overschreden.

De Franse autoriteiten hebben gesproken. Pavel Doerov, de man achter messaging en sociale media-app Telegram, is aangeklaagd wegens medeplichtigheid aan criminele activiteiten op zijn platform zoals fraude, witwassen en zelfs de verspreiding van kinderporno.

Hij heeft hier niet zelf aan meegedaan uiteraard, maar zou er onvoldoende tegen hebben opgetreden. Dat maakt hem volgens de Franse aanklager feitelijk handlanger van de criminelen die zijn platform misbruiken. Hij kan maximaal tien jaar celstraf krijgen en een boete die kan oplopen tot 500.000 euro.

Tip: Telegram-oprichter zit vast in Franse cel

Durov werd op 24 augustus gearresteerd op het nabij Parijs gelegen vliegveld Le Bourget. Het was overigens een koud kunstje om zijn gangen na te gaan: hij ondernam een reeks vluchten met de influencer Juli Vavilova aan zijn zijde, die het verloop van de gehele trip vastlegde op haar Instagram-kanaal.

Wie is verantwoordelijk?

De aantijgingen klinken serieus, en de criminele activiteiten waar de autoriteiten naar verwijzen, zullen dat ongetwijfeld zijn. De vraag is alleen: is Doerov verantwoordelijk voor de inhoud op zijn platform? Een volgende vraag is: als de bazen van dergelijke platforms inderdaad persoonlijk verantwoordelijk zijn voor wat erop verschijnt (in aanvulling op de gebruikers die deze inhoud plaatsen), is er dan nog een toekomst voor dit soort kanalen?

Je moet als tech-miljardair wel heel sterk in je schoenen staan om elke keer als je gaat shoppen in Parijs, Londen of elders het risico te lopen in de boeien te worden geslagen omdat sommige gebruikers van je kanaal zich niet kunnen gedragen. Dan maar liever gegevens overdragen, gebruikers blokkeren of van je platform gooien als autoriteiten daarom vragen. Of misschien juist zónder dat ze daarom vragen.

Buiten de mainstream media om

Telegram is een populair medium waarmee influencers, opiniemakers, journalisten, dissidenten en actievoerders van allerlei pluimage gemakkelijk een groot publiek kunnen bereiken. Zo is het mogelijk groepen aan te maken met maximaal 200.000 leden. Dat helpt nogal om een groot publiek te bereiken buiten de gevestigde paden van wat nu de ‘mainstream media’ wordt genoemd. Berucht in Nederland zijn bijvoorbeeld juice-kanalen waar je na betaling via een extern platform toegang kunt krijgen tot allerhande uit de lucht gegrepen roddelpraat.

Zoals met alle media, kun je Telegram gebruiken voor neutrale, goede en minder frisse activiteiten. Zo speelt het een rol in informatievoorziening tijdens de oorlog tussen Oekraïne en Rusland en in het conflict tussen Israël en terreurorganisatie Hamas die zich heeft verschanst in Gaza. Telegram is bruikbaar voor verslaggeving en hulpverlening, maar ook voor het weggeven van posities van vriend en vijand, verspreiden van desinformatie, spionagewerk verrichten of malware-campagnes uitrollen.

Iedereen kan terugpraten

Feit is dat het wereldwijde medialandschap sinds het internet in het algemeen en sociale media in het bijzonder een stuk vrijer, maar ook een stuk onoverzichtelijker is geworden. Niet langer zijn het alleen professionele journalisten, opiniemakers of bestuurders die zich tot het publiek richten, werkelijk iedereen kan nu z’n zegje doen.

Zijn alle meningen even waardevol? Nee. De ‘filterende’ invloed van traditionelere media is deels ondergraven door nieuwe mediavormen. Dat geeft meer ruimte aan meningen en perspectieven die voorheen onderbelicht bleven (terecht of onterecht) en kan ook zaken op de nieuwsagenda zetten die er voorheen moeilijk opkwamen. Democratischer, maar ook lastiger om de ruis van de lijn te halen.

En inderdaad, internet in al zijn vormen kan ook een vrijplaats zijn voor (het plannen en bespreken van) criminele activiteiten. Met andere woorden: de aard van sociale media zet de beloftes over vrijheid van meningsuiting, vrije nieuwsgaring en bewegingsvrijheid op scherp. Wanneer grijp je in als overheid? En wie stel je verantwoordelijk?

Het antwoord op de eerste vraag lijkt nu te zijn: steeds sneller, en steeds vaker. Het antwoord op de tweede: de verantwoordelijkheid ligt steeds vaker bij de bazen van de platforms. Geregeld sturen overheden verzoeken tot verwijdering van content naar platform-eigenaars, of eisen zelfs dat informatie wordt overgedragen.

Overheidsbemoeienis niks nieuws

The New York Times brengt in herinnering dat afgelopen maand X (voorheen Twitter) zijn activiteiten in Brazilië staakte omdat een juridisch vertegenwoordiger van het bedrijf een arrestatie boven het hoofd hing vanwege diens weigering content te verwijderen. De content in kwestie zou desinformatie betreffen. Deze ruzie heeft er nu toe geleid dat X mogelijk helemaal moet verdwijnen uit het land op bevel van het hoogste gerechtshof van Brazilië. Zelfs Starlink, de internet-per-sattelietdienst van X-eigenaar Elon Musk, is niet meer veilig.

Een paar jaar geleden stond de politie in India bij een lokaal Twitter-kantoor (toen nog niet in handen van Musk) op de stoep vanwege berichten die van het platform moesten verdwijnen. Dat had te maken met kritiek op de coronamaatregelen van de regering van premier Modi.

En vergeet niet dat Pavel Doerov zijn thuisland is ontvlucht omdat het door hem en zijn broer opgerichte sociale media-platform VKontakte (de Russische tegenhanger van Facebook) óók een stem gaf aan oppositiepartijen. Dat was de Russische regering een doorn in het oog. Doerov verkocht het platform onder druk aan de media-tak van staatsbedrijf Gazprom. Hijzelf vertrok uit Rusland.

Maatregelen in zijde gehuld

In Europa blazen we op onze eigen manier een partij mee. In landen als Rusland is de repressie doorgaans wat naakter, in het westen kleden gezagsdragers beperkende maatregelen graag in de kleurige zijde van criminaliteits- en terreurbestrijding, tegengaan van desinformatie of, als ultieme streep door elke discussie, de aanpak van kindermisbruik of kinderporno. Gruwelijke misdaden die inderdaad aanpak behoeven, maar zodra deze woorden opduiken is zinvol tegengas meestal niet meer mogelijk. Wie kan er nu tegen de aanpak van kinderporno zijn?

Wat in Frankrijk gebeurde, had ook elders gekund. Het Verenigd Koninkrijk kwam afgelopen jaar met een wet waarmee de top van sociale media-platforms of andere techbedrijven verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor het niet-adequaat optreden tegen criminele activiteiten op hun platforms. Die moeten dan in het uiterste geval tot maximaal twee jaar de cel in. Zoals wel vaker bij dit soort wetgeving, is het net heel wijd uitgeworpen: alles van niet-strafbaar-maar-laakbaar tot de gruwelijkste misdaden valt eronder.

Niet strafbaar, toch politie aan de deur

Een dergelijke aanpak leidt niet zelden tot een hellend vlak. Eén daarvan betreft ‘haatspraak’, dat al een stuk subjectiever is te interpreteren. In hetzelfde Verenigd Koninkrijk bestaat inmiddels zoiets als een non-crime hate incident. Stel dat iemand zich op social media of live onbeleefd heeft uitgelaten, bij voorkeur over een heikel onderwerp. Niet strafbaar, maar ook niet netjes. Toch een zaak voor de politie, vinden ze in het VK.

In Duitsland kennen ze al enige jaren de Netzwerkdurchsetzungsgesetz, in de volksmond bekend als de Facebook-wet, waarmee platforms als X en Facebook worden gedwongen posts die in strijd zijn met de behoorlijk strenge Duitse wetten binnen 24 uur te verwijderen. Doen ze dat niet, dan kunnen miljoenenboetes volgen. De wet leidde tot veel kritiek, onder meer van journalisten en organisaties die vreesden dat bedrijven proactief onwelgevallige meningen zouden censureren. Andere kritiek kwam van politieke partijen die vonden dat techbazen niet verantwoordelijk moeten zijn voor het handhaven van de wet.

‘Desinformatie’ onderdrukken

Zelfs in de Verenigde Staten, waar nagenoeg absolute vrijheid van meningsuiting is vastgelegd in het Eerste Amendement van de Grondwet, staan social media-baronnen onder druk om bepaalde berichten meer of minder ruimte te geven. Zo klapte deze week Mark Zuckerberg, Facebook-oprichter en CEO van moederbedrijf Meta, uit de school over druk vanuit de regering-Biden die hij had ervaren om onwelgevallige corona-berichtgeving te censureren op zijn platform. Het zou om desinformatie gaan, maar volgens Zuckerberg zat er ook humor en satire tussen.

Onder Section 230 van de zogeheten Communications Decency Act zijn techbedrijven in de VS overigens niet verantwoordelijk voor de inhoud die gebruikers op hun platforms plaatsen. Deze wet staat ter discussie, met als aanleiding een ‘viral challenge’ op TikTok die leidde tot de dood van een meisje. Het (Chinese) medium moet zich hiervoor verantwoorden voor een Amerikaanse rechtbank. Stoelpoot. Zaag.

Telegram aan de leiband

Verder doet de Europese Unie een duit in het zakje. Platforms met meer dan 45 miljoen gebruikers in Europa vallen onder de wetgeving van de Digital Services Act. Dat betekent onder andere dat ze een grotere verantwoordelijkheid hebben om inhoud te modereren en data desgevraagd overdragen aan de autoriteiten. Telegram zou met 41 miljoen gebruikers net onder die grens zitten, maar dat gelooft de Europese Commissie (EC) niet. Het dagelijks bestuur van de EU opent daarom een onderzoek. Je kunt je voorstellen dat de EC popelt om Telegram aan te lijnen als blijkt dat het aantal gebruikers tóch groter is dan gesteld.

Van desinformatie, misleidende advertenties en fraude tot witwaspraktijken, terrorisme en uitbuiting van kinderen: door omvangrijke wettenpakketten voor een veilig internet af te kondigen, schilderen overheden met een hele brede kwast. Daarmee beperken ze de vrijheid van iederéén, terwijl het zou een stuk zuiverder zou zijn als overheden illegale, criminele of lasterlijke content degene zouden aanrekenen die het plaatst. En daar dan op basis van bestaande wet- en regelgeving proportioneel op reageren.

Razend moeilijk natuurlijk, want sociale media-contact tussen gebruikers gaat dwars door lands- en jurisdictie-grenzen heen, gebruikers kunnen anoniem zijn en de platforms zélf hebben hun standplaatsen vaak in de VS, waar de uitingsvrijheid groter is dan waar dan ook. De volgende stap lijkt dus te zijn om dan maar gewoon de eigenaar van zo’n platform te arresteren. Een rigoureuze, onrechtvaardige stap die een westerse democratie als Frankrijk niet past.

Intimiderende werking

Het legt de verantwoordelijkheid bij de verkeerde en er gaat een enorm intimiderende werking vanuit. Dat zal er voor zorgen dat platformeigenaars eerder geneigd zijn proactief content te censureren, gebruikers te blokkeren of informatie te overhandigen. Voor overheden prettig, want die houden dan schone handen. Maar ze rammelen bij wijze van spreken wel met de handboeien richting de Doerov’s van deze wereld. ‘Denk eraan hè.’

In de strijd tegen criminele activiteiten op internet, social media en al die andere ‘ongrijpbare’ digitale kanalen, lijken overheden steeds vaker naar de hakbijl te grijpen om een zere vinger te genezen. Met de arrestatie van Durov is het westen –in dit specifieke geval Frankrijk, maar als we eerlijk zijn, had dit ook in het Verenigd Koninkrijk of Duitsland kunnen gebeuren– een stukje opgeschoven in de richting van Rusland en andere autoritaire staten.