3min Zorg

Psychiaters slepen NZA voor rechter om vragenlijsten GGZ

Psychiaters slepen NZA voor rechter om vragenlijsten GGZ

Een groep psychiaters, psychologen en cliënten in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) start een rechtszaak tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De reden is de vragenlijsten die behandelaars sinds 1 juli moeten inleveren.

Volgens de nieuwe regeling moeten psychiaters en psychologen verplicht om zeer indringende privacygevoelige vragenlijsten over de mentale en sociale problemen van hun cliënten op persoonsniveau aan de NZa te leveren. Leveren ze deze informatie niet, dan krijgen de behandelaars een boete. Het gaat om gevoelige gegevens van rond de 800.000 patiënten in de GGZ.

De rechtszaak staat voor eind september op de planning. Het eerste dat dan aan de orde komt zal de eis zijn om in elk geval zolang de zaak loopt een verbod te krijgen op het verzamelen van de gegevens van de GGZ-patiënten.

Wat is er aan de hand?

Artsen in de GGZ moeten gegevens leveren over verslavingen, problemen met en rond seksualiteit, zelfverminkingen, geweldpleging of slachtoffers daarvan of suïcidale gedachten of handelingen. Volgens de NZa is deze informatie voldoende gepseudonimiseerd en dus niet herleidbaar tot een bepaalde patiënt. De groep artsen en cliënten is echter van mening dat het wel degelijk mogelijk is de gegevens te herleiden tot individuele patiënten. Dat kan bijvoorbeeld als de informatie aan andere databases wordt gekoppeld.

Dit laatste erkent ook de NZa zelf. De toezichthouder vindt het echter voldoende te beloven dit niet te zullen doen. De crisisgroep vindt die toezegging echter niet voldoende zekerheid geven. Want wat gebeurt er bij een hack of datalek? Dat is tot nu toe onduidelijk en volgens de groep niet afgedekt.

Algoritme trainen

Ondanks deze bezwaren startte de NZa sinds 1 juli met de regeling. De toezichthouder vindt namelijk dat de dataverzameling nodig is om het algoritme dat ze hierbij willen inzetten, goed te trainen. Dat algoritme moet op de langere termijn zorgen voor kortere wachtlijsten en snellere behandeling voor de kwetsbaarste mensen uit deze groep patiënten.

De actiegroep van artsen en patiënten vindt echter dat deze grootschalige gegevensverzameling onrechtmatig is. In de dagvaarding noemen ze de gang van zaken een ‘ongerichte surveillance’ door een overheidsinstelling van burgers. “Daardoor ontstaan grote risico’s op ongeoorloofd verder gebruik, discriminatie en datalekken.”

De groep vindt het NZa-beleid bovendien schending van het recht op privacy van de patiënten en schending van het beroepsgeheim.  Vooral dat laatste is de basis van een goede behandeling die door de regeling van de NZa in het geding komt.

De groep stelt dat de nieuwe werkwijze van de NZa zowel de cliënten als de behandelaars klem zet. Zorgverleners die niet aan de plicht voldoen kunnen namelijk een last onder dwangsom tegemoet zien. Cliënten zelf hebben ook weinig opties. Het enige dat zij kunnen doen is formele bezwaar aan te tekenen tegen verzameling van informatie door de NZa. Maar dat kan weer stuiten op verzet bij zorgverzekeraars. Volgens de eisende groep moet snel een einde komen aan deze situatie.

Lees ook: