Impact digitalisering overheden niet in ranglijsten

Impact digitalisering overheden niet in ranglijsten

De impact van de digitalisering van overheid vind je niet of onvoldoende terug in de diverse ranglijsten. De afgelopen jaren is een aantal internationale ranglijsten ontwikkeld om de digitalisering van overheidsinstanties te monitoren. Maar geen van de beschikbare internationale ranglijsten beoordeelt de veiligheid, transparantie, inhoudelijke kwaliteit en uitvoering van digitale dienstverlening, noch kijken zij naar de consequenties voor de burger. Dat zegt het Rathenau Instituut in een rapport.

De positie van Nederland op deze ranglijsten loopt uiteen. Ook is deze positie niet altijd goed te rijmen met bijvoorbeeld de problemen rondom de kinderopvangtoeslag. In deze factsheet gaan we daarom dieper in op de vraag wat deze internationale ranglijsten precies meten en wat zij wel en niet laten zien over de digitalisering van de Nederlandse overheid.

Gemiddeld zijn de voorwaarden voor digitale publieke dienstverlening, zoals connectiviteit en digitale vaardigheden, goed. Nederland zit daarmee in de Europese top-5. Vergeleken met andere landen betrekt de Nederlandse overheid haar gebruikers weinig bij de ontwikkeling van digitale publieke dienstverlening.

Toekomstbestendige overheid

Voor de burger is ‘de digitale overheid’ vooral zichtbaar als digitale publieke dienstverlener. De belastingopgave indienen, subsidie aanvragen of je rijbewijs verlengen: het kan in veel gevallen online. Maar een digitale overheid is meer dan dat. Zij kan in de uitvoering van al haar taken en verantwoordelijkheden digitale middelen inzetten, bijvoorbeeld om gegevens uit te wisselen tussen overheidsinstanties of interactie met stakeholders te organiseren. Overheden verwachten dat digitalisering kan helpen hun diensten, werkwijze en communicatie te verbeteren (Rijksoverheid, 2020; Europese Commissie, 2010; Europese Commissie, 2016).

In de praktijk ziet het instituut dat digitalisering van de overheid ook problemen oplevert. Die staan in Nederland binnen een breder kader van problemen rondom de uitvoering van overheidsbeleid. Zoals het in januari 2023 gepresenteerde rapport Staat van de uitvoering laat zien, is de complexiteit van wetgeving en beleid zo groot geworden dat een correcte uitvoering daarvan in gevaar komt. Digitalisering speelt bij deze problematiek een belangrijke rol (Stuurgroep Staat van de uitvoering, 2023: Kafkabrigade, 2022).

Ten eerste heeft de overheid geen goed zicht op de digitale gegevensstromen binnen en tussen haar organisaties. Wanneer een burger of bedrijf een gegevenswijziging doorgeeft bij een organisatie, bijvoorbeeld een gemeente, is onduidelijk welke gevolgen dat heeft bij andere overheidsorganisaties. En wanneer uit overheidsdata-analyse signalen van mogelijk misbruik voortkomen, is niet duidelijk waar die signalen heen gestuurd worden.

Omdat veel besluitvorming is geautomatiseerd, worden de consequenties van dit alles pas zichtbaar als de burger ze ondervindt. Veel kwaad is dan al geschied (Kafkabrigade, 2022). Geautomatiseerde besluitvorming gaat vaak goed, maar wanneer het fout gaat lukt het de overheid niet goed de consequenties daarvan te repareren (Stuurgroep Staat van de uitvoering, 2023).

Ten tweede is ook het IT-landschap erg complex. Het programma de Avondshow (31-01-2023) bracht onlangs in kaart dat de Rijksoverheid 1.800 verschillende websites heeft. Voor dezelfde thematiek moeten burgers vaak meerdere websites raadplegen. Dit bemoeilijkt de communicatie met de overheid, zeker voor een groep van 2,5 miljoen laaggeletterde burgers voor wie communicatie met de overheid sowieso moeilijk is. Ten derde zijn veel IT-systemen van de overheid verouderd (Stuurgroep Staat van de uitvoering, 2023; Stokmans en Vermeulen, 2023).

Voor de meeste ranglijsten geldt dat zij vooral de basisvoorwaarden voor digitale publieke dienstverlening in kaart brengen. Wordt publieke dienstverlening digitaal aangeboden? Hebben burgers voldoende vaardigheden en middelen om hier gebruik van te maken?

Nederland heeft de ambitie om digitale koploper te worden in Europa en heeft een goede basis voor het bouwen van een digitale overheid. De ranglijsten laten zien dat de voorwaarden voor een digitale overheid en dienstverlening aanwezig zijn. Nederland behoort tot de top 5 meest gedigitaliseerde Europese landen.

Veel burgers en bedrijven hebben zowel de vaardigheden als de middelen om hun zaken digitaal te regelen. Rapporten zoals de Staat van de Uitvoering 2022 laten echter zien dat er een structurele groep laaggeletterden is die niet goed mee kan. Zoals de auteurs van dat rapport ook opmerken, is deze groep niet zichtbaar in de gemiddelde scores waar de internationale ranglijsten zich op baseren.

Wat de ranglijsten ook niet in kaart brengen is hoe de uitvoering van die digitale dienstverlening in de praktijk uitpakt – en of de diensten daarmee adequaat ingericht zijn. Dat terwijl dit een belangrijk pijnpunt is in Nederland, zoals we aan het begin van de factsheet al omschreven.

Transparantie en veiligheid onderbelicht

Naast de uitvoering, komen nog twee andere belangrijke aandachtspunten bij overheidsdigitalisering minder goed naar voren in de ranglijsten. Ten eerste heeft het Nederlandse beleid voor een digitale overheid, onder andere als gevolg van de toeslagenaffaire, aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit van de basisregistraties persoonsgegevens. Ook het vergroten van de transparantie van de overheid is een speerpunt (Ministerie van BZK, 2022; Rijksoverheid, 2021; Rijksoverheid, 2020). Hoewel de DGI laat zien dat er nog aandacht nodig is voor een ethisch verantwoorde verzameling en gebruik van overheidsdata, wordt er niet naar kwaliteit en transparantie gekeken.

Ten tweede is er in de indexen weinig aandacht voor de veiligheid en kwetsbaarheid van de samenleving wanneer digitalisering hierin toeneemt. Nederland ambieert om, naast het intensiveren van digitalisering tussen overheid en samenleving, middels digitalisering de samenwerkingen binnen overheidsorganisaties te stimuleren.

In de publicatie Cyberweerbaar met nieuwe technologie (2020b) belicht het Rathenau Instituut welke risico’s gepaard gaan met het intensiveren van digitalisering in de samenleving en binnen overheidsorganisaties. De inzichten kunnen bijdragen aan het vergroten van de digitale veiligheid en weerbaarheid van de samenleving.

Lees ook:
  • Rathenau: overheid, neem aanvullende maatregelen rond algoritmes
  • Cybersecurity nieuwe wet- en regelgeving verandert risicomodellen