Het energieverbruik van datacenters kan met wel 30 procent worden verlaagd door simpelweg een paar regels code aan te passen, zo blijkt uit nieuw onderzoek. De meeste datacenters wereldwijd gebruiken het open-source besturingssysteem Linux. Onderzoekers van de Universiteit van Waterloo in Canada ontdekten dat dit de efficiëntie van datastromen kan verhogen, wat uiteindelijk leidt tot een hoger energieverbruik.
Datacenters
“Informatie komt in ‘pakketten’ aan bij datacenters. Het front-end systeem van het datacenter, vergelijkbaar met een receptionist, bepaalt waar deze pakketten naartoe moeten worden gestuurd”, legt professor Martin Karsten, die het onderzoek leidde, uit.
Kleine wijziging
Karsten merkte op dat de onderzoekers door een kleine wijziging in de Linux-kernel dit proces konden versnellen en een efficiënter datastroombeheer konden creëren. “We hebben niets toegevoegd”, zei hij. “We hebben alleen de volgorde van bewerkingen veranderd, wat zorgt voor een veel beter gebruik van de CPU-caches van het datacenter. Het is alsof je de productielijn in een fabriek herconfigureert, zodat mensen niet de hele tijd rondrennen.”
Verwerking netwerkverkeer
Karsten werkte samen met Joe Damato, een vooraanstaande ingenieur bij Fastly, om een klein stuk code te ontwikkelen – een niet-intrusieve wijziging van slechts 30 regels – die de verwerking van netwerkverkeer door Linux zou verbeteren.
Deze wijziging herordent de bewerkingen binnen de Linux-netwerkstack, waardoor de efficiëntie en prestaties van traditionele kernel-gebaseerde netwerken worden verhoogd. Het onderzoek toonde aan dat dit de doorvoer in sommige gevallen met 45 procent kan verhogen zonder de latentie te verhogen. Deze aanpak kan het energieverbruik van datacenters met wel 30 procent verminderen, aldus de onderzoekers. De oplossing is inmiddels getest en is opgenomen in de nieuwste Linux-kernel, versie 6.13.
Energieverbruik
Het energieverbruik van datacenters is een serieus probleem. Volgens een rapport van de Internationale Energie Agentschap (IEA) verbruiken ze wereldwijd tussen de twee procent en vier procent van de totale elektriciteit. In Ierland is dat zelfs twintig procent, wat een aanzienlijke druk legt op het elektriciteitsnet van het land.