Computers die begrijpen hoe mensen zich voelen zonder dat daarvoor expliciete instructies nodig zijn. Het Nederlands-Duitse deeptechbedrijf Zander Labs ontwikkelt neuroadaptieve technologie die de basis legt voor een fundamenteel andere mens-computerinteractie: minder transactioneel, meer contextueel.
Vandaag de dag vereist elke computerinteractie bewuste actie: klikken, typen, commando’s geven. Maar wat als systemen automatisch zouden kunnen inspelen op werkdruk, stress of het moment waarop iemand een fout maakt? Zander Labs werkt aan passieve brain-computer interfaces (pBCI) die precies dat mogelijk maken door hersenactiviteit real-time te interpreteren zonder dat gebruikers er bewust mee bezig hoeven te zijn.
Het verschil met bestaande technologie is groot. Traditionele BCI dwingt gebruikers tot omslachtige kalibratie waarbij per persoon, per dag, dertig minuten training nodig is voor elke mentale toestand. Zander Labs ontwikkelt universele algoritmes die zonder die voorbereiding werken – een doorbraak die de technologie breed inzetbaar maakt.

De sleutel tot die doorbraak ligt in het verzamelen van grootschalige hersendata. Waar in vergelijkbare onderzoeken vaak wordt gewerkt met slechts enkele tientallen EEG-metingen, heeft Zander Labs inmiddels de grens van vijfhonderd datasets overschreden. “Een mijlpaal,” zegt Laurens Krol, research director bij Zander Labs. “Niet vanwege het absolute aantal, maar vanwege de diversiteit, schaalbaarheid en technische uniformiteit die we hiermee kunnen realiseren.”
Universele algoritmes
Zander Labs verzamelt die datasets via vier onderzoekslabs: één in Nederland en drie in Duitsland. Elke dataset representeert een specifieke computertaak waarbij proefpersonen hersenactiviteit laten meten terwijl ze verschillende mentale toestanden ervaren. Voor de betrouwbaarheid werft Zander Labs bewust mensen van verschillende leeftijden, geslachten en achtergronden.
Het bedrijf concentreert zich momenteel op een selectie van mentale toestanden: werkdruk, stress, verrassing en het moment waarop iemand een fout opmerkt. Deze signalen vormen de bouwstenen voor toepassingen die dynamisch meebewegen met de mentale staat van de gebruiker. Bijvoorbeeld door notificaties uit te stellen bij hoge werkdruk, of door automatisering juist toe te laten nemen wanneer de belasting stijgt.
Emoties blijven echter buiten bereik van de huidige technologie. “Emoties vinden met name plaats in een deel van de hersenen dat we met EEG moeilijk kunnen bereiken,” legt Krol uit. “Wij zien vooral activiteit in de neocortex, de buitenste laag van de hersenen waar cognitieve verwerking plaatsvindt.”
Integratie met AI
Volgens Krol schuilt de werkelijke potentie van pBCI in de koppeling met kunstmatige intelligentie. De combinatie van hersenactiviteit en AI kan leiden tot agents die niet alleen reageren op tekst of spraak, maar ook op de mentale toestand van de gebruiker. “AI mist momenteel het vermogen tot menselijk begrip. Door inzicht in mentale processen toe te voegen, kunnen we agents creëren die empathischer reageren, beter anticiperen en relevantere ondersteuning bieden.”

“GenAI kan nu boeken schrijven omdat het heel veel boeken heeft gelezen,” verklaart Krol. “Maar wat de AI daarbij niet weet, is wat voor mentale toestand de schrijver eigenlijk had terwijl dat werd opgeschreven.” Door die cognitieve context toe te voegen, kunnen AI-agents over langere tijd leren hoe individuen reageren op verschillende situaties en persoonlijk advies geven.
De technologie bevindt zich nog grotendeels in onderzoeksfase, maar wordt inmiddels ook in praktijksituaties getest. In diverse sectoren, waaronder zorg en industriële omgevingen, wordt geëxperimenteerd met toepassingen die inspelen op werkdruk en foutdetectie. “Het gaat om situaties waarin cognitieve belasting hoog is, en waar directe ondersteuning cruciaal kan zijn,” zegt Krol.
Comfort en privacy
Een belangrijk aandachtspunt is het draagcomfort en de privacy van de technologie. Zander Labs ontwikkelt daarom eigen hardware: lichte, draagbare elektroden die aan de buitenzijde van het hoofd worden bevestigd en langdurig te gebruiken zijn. Alle verwerking van hersendata gebeurt lokaal op het device, waarbij gebruikers volledige controle houden over welke mentale toestanden worden herkend en met welke applicaties de data wordt gedeeld.

Eva Quispel, labcoördinator bij Zander Labs, benadrukt het maatschappelijke belang van zorgvuldigheid. “We verzamelen alleen anonieme, strikt noodzakelijke data en zorgen ervoor dat gebruikers precies weten wat er met hun gegevens gebeurt. Transparantie en controle zijn essentieel voor acceptatie.”
Het uiteindelijke doel is om in 2027 te beschikken over vierduizend datasets, afkomstig van een breed samengestelde groep proefpersonen. Daarmee moet het mogelijk worden om universele algoritmes te trainen die breed inzetbaar zijn in uiteenlopende contexten.
Volgens Krol markeert dit onderzoek het begin van een nieuwe fase in mens-computerinteractie. “We staan aan de vooravond van systemen die niet alleen luisteren naar wat gebruikers zeggen, maar ook begrijpen wat ze bedoelen en nodig hebben. Niet door gedachten te lezen, maar door de menselijke, cognitieve context te herkennen – .”
De verwachting is dat deze ontwikkeling de productiviteit kan verhogen doordat communicatie tussen mens en computer veel natuurlijker verloopt. “Op dit moment moet alles wat we een computer willen laten doen expliciet worden aangegeven door te klikken of te typen,” zegt Krol. “Terwijl een computer die ons echt begrijpt ook kan anticiperen op wat we nodig hebben, zonder dat we er überhaupt iets over hoeven te zeggen.”
Luister en kijk ook naar een aflevering van Techzine Talks, de podcastserie van zustersite Techzine, over Zander Labs en wat dat bedrijf doet: