7min Gadgets

iPhone Air review: dun en duurzaam, maar niet voor iedereen

iPhone Air review: dun en duurzaam, maar niet voor iedereen

Apple heeft dit jaar een interessante keuze gemaakt door het Plus-model te vervangen door de iPhone Air. Waar de Plus vooral draaide om een groter scherm tegen een lagere prijs, is de Air juist geprijsd boven de standaard iPhone 17 en positioneert het zich als een premium alternatief voor wie design boven alles stelt: met een dikte van slechts 5,6 millimeter is het de dunste en lichtste iPhone ooit. Maar achter dat ultramoderne design schuilen compromissen die je goed moet overwegen. De vraag is dus: rechtvaardigt dat ultradunne ontwerp een meerprijs van €260 ten opzichte van de iPhone 17?

Design: dun is niet alles

De iPhone-serie van 2025 bestaat uit vier modellen: de iPhone 17 (6,3 inch), iPhone Air (6,5 inch), iPhone 17 Pro (6,3 inch) en iPhone 17 Pro Max (6,9 inch). Opvallend is dat de Air met zijn 6,5-inch scherm qua formaat precies tussen de reguliere iPhone 17 en de Pro Max valt, maar qua functies én prijs dichter bij de iPhone 17 zit. De Air start bij €1229 voor 256 GB, terwijl de iPhone 17 vanaf €969 te koop is en de iPhone 17 Pro vanaf €1329.

Het eerste dat opvalt is natuurlijk de dikte – of beter gezegd, het gebrek daaraan. Met 5,6 millimeter is de iPhone Air aanzienlijk dunner dan de iPhone 17 (7,8 mm) en de iPhone 17 Pro (8,8 mm). Het gewicht van 165 gram ligt ook significant lager dan de 188 gram van de iPhone 17 en de 206 gram van de iPhone 17 Pro. In de hand voelt het toestel onwerkelijk licht en elegant aan.

Apple heeft voor de iPhone Air gekozen voor een titanium frame – hetzelfde materiaal dat eerder in de iPhone 15 Pro en 16 Pro werd gebruikt. Het titanium zorgt ervoor dat het ultradunne toestel toch sterk genoeg is om niet te buigen onder normale omstandigheden. De voorkant van de Air is voorzien van Ceramic Shield 2, dat volgens Apple drie keer krasbestendiger is dan de eerste generatie, die nu gebruikt wordt voor de achterkant.

Het 6,5-inch-scherm van de iPhone Air is groter dan de 6,3-inch schermen van de iPhone 17 en iPhone 17 Pro. Net als de rest van de lijn-up worden ProMotion (tot 120 Hz), always-on functionaliteit en een piekhelderheid van 3000 nits bij direct zonlicht ondersteund. Ook de anti-reflectieve coating is aanwezig, waardoor het scherm in fel zonlicht goed afleesbaar blijft.

En dan het cameraplateau: dit strekt zich uit over de volledige bovenkant van het toestel – een designkeuze die niet alleen esthetisch is, maar ook functioneel. Apple heeft cruciale componenten zoals de batterij en de trilmotor in dit plateau ondergebracht om elders in het toestel meer ruimte te creëren. Het resultaat is opvallend en maakt de iPhone Air direct herkenbaar, al is het ook een kwestie van smaak of je dit mooi vindt.

Camera: de zwakke schakel

En dan komen we bij het grootste compromis van de iPhone Air: de camera. Waar de iPhone 17 beschikt over twee 48-megapixel camera’s (groothoek en ultragroothoek) en de iPhone 17 Pro over drie (groothoek, ultragroothoek en telelens), heeft de Air slechts één 48-megapixel Fusion-camera aan de achterzijde. Deze enkele lens is in essentie dezelfde groothoeklens die je ook in de iPhone 17 vindt. Apple pretendeert een 2x telelensfunctie met “optische kwaliteit” te ondersteunen, maar dit gaat uiteindelijk om een digitale uitsnede van de 48-megapixel sensor.

In de praktijk betekent dit dat je met de iPhone Air prima foto’s kunt maken bij voldoende licht. De beeldkwaliteit is goed, kleuren zijn natuurgetrouw en de scherpte is uitstekend. Ook de nachtmodus werkt prima, al zie je bij donkere situaties wel meer ruis dan bij de iPhone 17 Pro met zijn grotere camerasensoren. Wat je mist is echter aanzienlijk. Geen ultragroothoeklens betekent geen 0,5x-foto’s, geen macrofotografie en geen ruimtelijke foto’s of video’s. Ook ontbreekt de 8x-telelens, waardoor je niet verder kunt zoomen dan 2x zonder kwaliteitsverlies. Voor wie gewend is aan de fotomogelijkheden van een iPhone 15 of 16 Pro is dit een pijnlijk gemis.

Aan de voorzijde zit wel de vernieuwde 18-megapixel Center Stage-camera: deze camera met vierkante sensor maakt het mogelijk om automatisch tussen staande en liggende foto’s te wisselen zonder je toestel te draaien. Ook volgt de camera personen automatisch, zodat je altijd centraal in beeld blijft. Voor selfies en videobellen is dit een handige toevoeging.

Prestaties: Pro-power in een dunne behuizing

Onder de motorkap vinden we een A19 Pro-chip (dezelfde chip die ook in de iPhone 17 Pro zit, maar dan met één GPU-core minder). De Air is dus qua processor krachtiger dan de standaard iPhone 17, en verschillen met de 17 Pro zullen alleen merkbaar zijn bij intensieve taken zoals gaming en 4k-video-editing, omdat de Air ook moet afzien van het speciale koelsysteem dat Apple in de iPhone 17 Pro heeft geïntegreerd.

Door de plattere behuizing is er vanzelfsprekend ook minder plek voor de batterij overgebleven. De accu van de iPhone Air heeft een capaciteit van 3149 mAh (ten opzichte van 3600 mAh bij de iPhone 17 en de 4252 mAh bij de iPhone 17 Pro). Dat komt volgens Apple overeen met 27 uur video afspelen. In onze praktijkervaring hou je met de Air aan het einde van de dag zo’n 20% over – vergelijkbaar met de iPhone 16 Pro van vorig jaar. Voor veel gebruikers is dit voldoende, maar gebruikers die hun iPhone intensief gebruiken lopen snel tegen de limiet aan.

Als pleister op de wonde heeft Apple speciaal voor de iPhone Air de MagSafe Battery opnieuw uitgebracht. Deze powerbank van €99 beslaat de gehele achterkant van de Air en vergroot de accuduur met 65%, waardoor je zelfs langer kunt doorgaan dan met een iPhone 17 Pro Max. Het is wel vervelend dat je dit accessoire apart moet aanschaffen, en het maakt het toestel natuurlijk ook dikker en zwaarder.

Audio: mono is een stap terug

Een ander compromis van de iPhone Air is de enkele speaker. Waar de iPhone 17 en iPhone 17 Pro beide stereo-speakers hebben (één in het oorstuk en één onderaan), heeft de Air alleen een speaker in het oorstuk. De gaatjes onderaan zijn enkel microfoons. Dit betekent dat je mono-geluid krijgt – iets wat we sinds de iPhone 6S (2015) niet meer hebben gezien op een iPhone. Voor wie regelmatig video’s kijkt, muziek luistert of belt via de speaker is dit een merkbaar verschil. Het geluid klinkt dunner en mist de ruimtelijkheid van stereo-audio. Ook Dolby Atmos werkt minder goed met slechts één speaker. Voor gebruikers die voornamelijk hoofdtelefoons of AirPods gebruiken zal dit geen dealbreaker zijn, maar het is wel iets om rekening mee te houden.

eSIM-only: vaarwel fysieke SIM-kaartjes

De iPhone Air is alleen verkrijgbaar met eSIM-ondersteuning. Dit is de eerste keer dat Apple een iPhone zonder fysieke simkaart uitbrengt buiten de Verenigde Staten. We zien dit niet echt als een probleem, omdat alle Nederlandse providers inmiddels eSIM ondersteunen en er voldoende mogelijkheden zijn om eSIM-abonnementen aan te schaffen in het buitenland. De iPhone Air ondersteunt meerdere eSIM-profielen (tot 8 stuks) waar je eenvoudig tussen kunt schakelen.

Conclusie

De iPhone Air is een fascinerend toestel dat laat zien waartoe Apple technisch in staat is. Het de dunste en lichtste iPhone ooit en het design met titanium frame en Ceramic Shield straalt kwaliteit uit. Maar het is wel echt een nicheproduct, bedoeld voor een doelgroep die bereid is forse compromissen te sluiten op het gebied van camera, audio en batterijduur – enkel in ruil voor design. Voor alle andere gebruikers is de iPhone 17 een betere keuze: je krijgt een modern toestel met uitstekende specificaties (ProMotion, always-on, hogere accuduur, twee camera’s) voor een prijs die maar liefst €260 lager ligt dan de iPhone Air.