Slechts vijf procent van alle generatieve AI-initiatieven in het bedrijfsleven weet vandaag de dag echt impact te maken.
Dat is de voornaamste conclusie uit het MIT-rapport The GenAI Divide: State of AI in Business 2025. Het cijfer lijkt mager, maar die kleine minderheid laat zien dat de technologie wél volwassen kan worden, mits organisaties de juiste keuzes maken. Juist daarin schuilt de boodschap voor de rest van de markt: het kan, maar niet op de manier waarop het gros van de bedrijven het nu probeert.
Waar de overgrote meerderheid blijft steken in pilots en experimentele trajecten, laten de succesvolle vijf procent zien dat generatieve AI pas rendeert wanneer het diep in bedrijfsprocessen wordt ingebed. Het gaat dan minder om flitsende toepassingen in sales en marketing en meer om taaie, vaak saaie backoffice-automatisering. Organisaties die generatieve AI inzetten om repetitieve taken, externe aanbestedingen of uitbestede werkzaamheden te reduceren, realiseren aantoonbare besparingen en productiviteitswinst. Dat is geen sexy verhaal, maar wel een dat direct op de winst- en verliesrekening zichtbaar wordt.
Kies voor schaalbare architecturen
De les is daarmee dat de waarde van generatieve AI niet zit in de hype, maar in de integratie. Tools als ChatGPT of Copilot helpen individuen productiever te zijn, maar zolang bedrijven de technologie niet koppelen aan hun eigen processen, systemen en data, blijft het bij losse verbeteringen. De bedrijven die wel slagen, kiezen bewust voor schaalbare architecturen, investeren in partnerschappen met externe aanbieders en zetten governance en beleid vanaf het begin stevig neer. Zo wordt voorkomen dat shadow AI het speelveld gaat domineren, waarbij medewerkers ongecontroleerd met AI-tools werken zonder rekening te houden met compliance en security.
Het rapport schetst bovendien dat de koplopers vaak de moed hebben om de saaie kant van digitalisering te omarmen. Het automatiseren van interne workflows of het slim aan elkaar knopen van informatiestromen levert nu meer rendement op dan creatieve experimenten in marketingcampagnes. Dat vraagt om leiderschap dat voorbij de hype kan kijken en bereid is keuzes te maken die op de korte termijn minder spectaculair ogen, maar op de lange termijn waardevol blijken.