Stijn Bijnens, CEO van Proximus, schetst een visie waarin telecombedrijven weer centraal komen te staan. Door computing naar de netwerken te brengen, kunnen telco’s de dominantie van hyperscalers doorbreken. Daarin ziet Bijnens een mooie kans om groei binnen België te verwezenlijken en breekt hij duidelijk met het beleid van voorganger Guillaume Boutin.
Bijnens kan terugkijken op een carrière van 36 jaar in de IT-sector en is al nieuwe Proximus-CEO nog niet van plan de sector te verlaten. “Ik voel me een beetje een dinosaurus”, vat hij zijn ervaring samen tijdens Think NXT, de jaarlijkse technologiebeurs van Proximus. In de verschillende grote bewegingen die Bijnens doormaakte in zijn carrière zou een cyclische beweging te vinden zijn, die hem duidelijk vertrouwen gaf om op dit moment in te stappen als CEO van het Belgische telecombedrijf.
‘Data en computing verandert iedere 20 jaar’
Zijn theorie is eenvoudig: de organisatie van data en computing verandert fundamenteel om de 20 jaar. De eerste cyclus startte in 1967 met de grote mainframecomputers die nodig waren voor het Apollo-maanproject. In 1987 kwam het internet en begon het tijdperk van gedistribueerde computing. Bedrijven kochten eigen servers en bouwden websites, maar het werd al snel te complex. De dotcomcrisis markeerde het einde van die periode.
Dan kwam 2007, het jaar van de iPhone en 3G. Amazon maakte in dat jaar belangrijke vooruitgang voor cloud computing. Het bedrijf had voor zijn online boekwinkel enorme serverinfrastructuur opgebouwd en had Amazon EC2 (Elastic Compute Cloud) en S3 (Simple Storage Service) net gelanceerd. Die infrastructuur gaf het bedrijf de mogelijkheid om digitale varianten van boeken te verkopen en virtuele machines en digitale opslag te verkopen. “Amazon bouwde eigenlijk opnieuw één grote computer”, legt Bijnens uit. Die centralisatie bracht wel offers met zich mee voor telecombedrijven.
Voor Proximus en andere telco’s braken minder fijne tijden aan. Zij moesten alleen nog de verbinding verzorgen tussen gebruikers en de datacenters. “Op de aandelenmarkt zag je dat duidelijk. Netflix en andere app-bouwers werden miljarden waard, de hyperscalers zelf duizenden miljarden. En de telecombedrijven? Hun koers werd gedeeld door vijf. Terwijl wij wel de dure investeringen moeten doen. “Proximus investeert 1,3 miljard euro per jaar in zijn netwerk”, vertelt de CEO.
5G en AI triggeren nieuwe verschuiving
Momenteel staat de industrie volgens Bijnens opnieuw voor een omslag. Twee technologieën lokken een ommezwaai ui: 5G en agentic AI. 5G maakt voor het eerst mission-critical communicatie mogelijk met lage latency, ideaal voor toepassingen zoals zelfrijdende auto’s en robotica. Tegelijk ontstaat een explosie van verbonden apparaten die gigabits aan data per seconde genereren. Dat centrale model kan die drukte niet aan, waarschuwt Bijnens. De edge computing-markt groeit dan ook sterk doordat bedrijven rekenkracht dichter bij de databron plaatsen.
5G is tegenwoordig één van de speerpunten van telecomproviders en de uitrol ervan blijft een lopende zaak. Spelers die in deze AI-markt een grote naam zijn aan het maken, zijn erbij gebaat de uitrol zo snel mogelijk af te handelen. AI-toepassingen die zij creëren spelen namelijk niet alleen in op de belangrijkste eigenschappen van deze nieuwe technologieën, maar hebben ze ook nodig voor een vlotte werking. Een investering van Nvidia in Nokia van zo’n 860 miljoen euro om de uitrol van 5G- en 6G-netwerken te versnellen, is daar een mooi voorbeeld van.
Bij agentic AI gaat het om een soort digitale werknemers die autonoom taken uitvoeren. In plaats van monolithische SaaS-applicaties omvat het duizenden componenten die autonoom met elkaar samenwerken. Bijnens vergelijkt het met spreeuwen: die vogels communiceren elk slechts met zeven andere vogels, maar krijgen zo samen complexe taken voor elkaar.
Lees ook: AI zorgt voor ommezwaai slechte verwachtingen Europese techsector
Compute naar de data brengen
De telecombedrijven zien hier een kans. Hun netwerken bevatten mobiele sites, interconnects en micro-datacenters waar eveneens containers kunnen draaien. “In plaats van data naar de hyperscalers te sturen voor computing, kan de compute ook de andere kant op. We kunnen rekenkracht in de edge plaatsen”, stelt Bijnens.
Die aanpak biedt voordelen: lage latency voor real-time toepassingen, betere veerkracht door distributie en data-soevereiniteit. Proximus heeft reeds een voorbeeld te pakken waarin edge-computing de beste optie is. De telecomprovider testte in samenwerking met Be-Mobile en Xenomatix, een Belgisch bedrijf gespecialiseerd in LIDAR-technologie, een software uit voor botsingsdetectie, waarbij een bestuurder die rechts afslaat een waarschuwing krijgt voor een fietser in de dode hoek aankomt. Voor dergelijke toepassingen is het belangrijk dat de responstijd en verwerkingstijd van de software minimaal is. De melding moet namelijk zo snel mogelijk op het scherm oppoppen.
Strategiewijziging bij Proximus
Bijnens breekt hiermee met de strategie van zijn voorganger Guillaume Boutin, die zich voor groei voornamelijk op het buitenland focuste. Een strategie waarbij het gewenste resultaat nooit werd gehaald: overnames in de VS en India leverden minder op dan gehoopt, wat leidde tot managementwissels. Boutin stapte in mei op als CEO.
Zijn opvolger gelooft daarentegen in groeikansen in België. “Als ik geen groei in België zou verwachten, was ik geen CEO geworden. De rol van telecombedrijven wordt in het AI-tijdperk opnieuw groter”, zegt Bijnens na zijn eerste publieke optreden in die functie sinds september.
Naast hyperscalers
Bijnens positioneert telecombedrijven niet als concurrenten van de hyperscalers. AI zal volgens hem bepalen waar workloads het beste kunnen draaien: in gecentraliseerde clouds of op edge-locaties in telecomnetwerken. “We willen de betrouwbare partner zijn voor lokale cloud computing, naast connectivity en security”, besluit hij.