Volgens recente cijfers van Eurostat steeg het aantal ICT-specialisten in de EU sinds 2014 met ruim 62 procent — zes keer sneller dan de algemene tewerkstellingsgroei. Ook in België en Nederland groeit de IT-tewerkstelling, maar de kloof tussen beide landen is best opvallend.
Die algemene toename van 62 procent is natuurlijk een gemiddelde. In sommige organisaties en sectoren nam het aandeel van IT-profielen zelfs een hogere vlucht. Zeker op lange termijn. “In het jaar 2000 telde onze IT-afdeling vijftig mensen, vandaag zijn dat er duizend”, zo vertelde Christian Van Thillo, de topman van de Belgisch-Nederlandse mediagroep DPG, recent in een interview.
DPG is natuurlijk actief in België en Nederland en één specifiek voorbeeld, maar hoe zit het met de IT-profielen in die twee landen op macro-niveau? We duiken in de cijfers.
1. Hoeveel IT’ers in totaal?
In 2024 werkten volgens Eurostat meer dan 10 miljoen mensen in de Europese Unie als ICT-specialist. Duitsland spant de kroon met 2,3 miljoen IT’ers, goed voor ruim een vijfde van het Europese totaal. Frankrijk volgt met 1,4 miljoen, daarna Spanje en Italië met net iets meer dan een miljoen. Onderaan de lijst prijkt IJsland, met slechts 9.700 IT’ers.
België telt volgens Eurostat 287.000 ICT-professionals. In Nederland zijn dat er 684.000 — meer dan dubbel zoveel, waarmee het land zesde staat in Europa. België komt op de negende plaats. Turkije en Zweden bevinden zich in deze lijst tussen Nederland en België.
2. Hoeveel IT’ers in verhouding?
Relatief gezien scoort Nederland ook hier beter: 7 procent van de beroepsbevolking werkt in IT, tegenover 5,7 procent in België. Het Europees gemiddelde bedraagt 5 procent.
Zweden is koploper, met 8,6 procent van de actieve bevolking die in IT werkt, gevolgd door Luxemburg en Finland.
België en Nederland behoren wel tot de groep landen waar minstens één op twintig werkenden in IT actief is, een club waar onder meer ook Ierland, Duitsland en Denemarken toe behoren.
Aan de andere kant van het spectrum staan Griekenland en Roemenië, waar minder dan 3 procent van de bevolking in de sector werkt.
3. Hoe inclusief? ICT-specialisten volgens geslacht
De IT-sector blijft in heel Europa overwegend mannelijk. In 2024 was 80,5 procent van alle ICT-specialisten in de EU man. In België ligt dat aandeel iets hoger, met 81 procent, en in Nederland zelfs 81,3 procent. Dat plaatst beide landen dus dicht bij het Europese gemiddelde.
Ondanks kleine verbeteringen blijft de doorbraak van vrouwen in de Europese IT-sector beperkt. De meest ‘mannelijke IT-landen’ zijn Tsjechië (87%) en Malta (85,3%).
Opvallend genoeg bevinden de landen met de beste genderdiversiteit zich niet in Noord- of West-Europa. In Letland, Bulgarije, Roemenië en Estland ligt het aandeel mannen onder de 75 procent. Al is gender natuurlijk maar één aspect van diversiteit.
4. Hoger onderwijs? IT’ers volgens opleiding
Hier ook een verschil: Belgische IT-professionals zijn gemiddeld hoger opgeleid dan hun Nederlandse collega’s. In België beschikt 81 procent van de ICT-specialisten over een diploma hoger onderwijs, tegenover 62,3 procent in Nederland.
Dat verschil is deels cultureel: zo heeft België een flinke academische traditie in ingenieurs- en informaticastudies, terwijl Nederland een bredere instroom kent via praktijkgerichte opleidingen.
Kortom, Nederland is uitgegroeid tot een Europees zwaargewicht in IT, zowel in omvang als in tewerkstelling, blijkt uit de cijfers van Eurostat. België blijft kleiner, maar scoort eigenlijk wel beter op opleidingsniveau.